De piloot kwam weer 1986
De brief van Teasdale gaf mij na jaren opzoekingswerk een sprankeltje hoop om de piloot terug te vinden. Jenkins zou na de oorlog naar de universiteit van Sydney gegaan zijn en er als professor gewerkt hebben.
Ik schreef onmiddellijk een brief naar de universiteit van Sydney, zonder adres. Tot mijn grote verwondering kreeg ik al een maand later een brief terug, eigenaardig genoeg zonder postzegel en nergens afgestempeld. En mijn geduld werd beloond. De brief luidde als volgt:
We hebben zopas Uw brief ontvangen, gedateerd 19 september 1985, waarin U ons laat weten dat U op zoek bent naar professor A. E. Jenkins.
Ik heb Uw brief doorgestuurd naar Jenkins die mij gevraagd heeft om U te laten weten dat hij zeer binnenkort contact met U zal opnemen.
Hij liet me ook weten dat ik reeds mocht vertellen dat hij in Florence, Italië, zal verblijven van 10 december tot eind januari 1986 en dat een ontmoeting met U waarschijnlijk kan geregeld worden.
Ik had niet enkel Jenkins teruggevonden maar de kans bestond nu ook dat ik hem persoonlijk kon ontmoeten!
Enkele dagen later kreeg ik een brief van Jenkins. Hij zou op 12 december in Italië aankomen, van waaruit hij opnieuw contact met mij zou opnemen.
Hij stelde een bezoek aan Linkhout ten zeerste op prijs. Jenkins wou de plaats waar zijn toestel was neergestort en de begraafplaats van zijn bemanningsleden nog eens bezoeken. Ondertussen begon ik met de voorbereiding van de ontvangst. En opnieuw kreeg ik de hulp van Kolonel Vlieger De Heyn. Er was maar één probleem: de korte voorbereidings- tijd.
Van Jenkins had ik ondertussen vernomen dat hij zijn bezoek gepland had op 23 januari (1986). Op dat ogenblik had ik ook Barbara Graham Kent en Keith Teasdale verwittigd van mijn geplande ontmoeting met Alex Jenkins. Nu had ik wel veel brieven in het Engels geschreven maar nog geen woord gesproken en dat maakte mij onzeker. Kon ik mij wel verstaanbaar maken? Doch ik kreeg de vuurdoop toen ik op een avond een telefoon kreeg van Barbara. Het werd een gesprek van 15 minuten en ik had mijn zelfvertrouwen teruggevonden.
Ik schreef een uitvoerige brief naar Jenkins in Italië. Hij had er een auto gekocht om zijn reis verder te zetten. Ik werkte voor hem een gedetailleerde reisroute uit. Vóór zijn bezoek zou hij nog een nacht in Brussel verblijven. Enkele dagen voor zijn bezoek was het programma uitgewerkt. Jenkins zou ondergebracht worden in het Intermotel. Daarna zou hij de voormiddag bij mij thuis doorbrengen en zouden wij het hebben over het "ware verhaal" van de bewuste nacht in februari 1945.
's Middags had mijn vrouw Gerda voor een heerlijke maaltijd gezorgd.
In de namiddag zouden we ontvangen worden op het gemeentehuis en van daaruit zouden we een bezoek brengen aan de begraafplaats in Hasselt. Daarna ging de reis verder naar de crashplaats in de Goeren.
Uiteindelijk zouden wij ons naar het gemeenteplein van Linkhout begeven waar de NSB-Linkhout een gedenkplaat zou onthullen ter nagedachtenis van de 6 vliegeniers.
Om af te sluiten, werd er een koffietafel aangeboden door de NSB voor de oudstrijders, inwoners van Linkhout en geïnteresseerden. Hier kon iedereen die dit wenste Jenkins persoonlijk ontmoeten.
De avond zou afgesloten worden met een gezellig samenzijn voor de genodigden en al diegenen die betrokken waren bij de ontvangst van Jenkins.
Kolonel Vlieger De Heyn had nog voor een verrassing gezorgd. Hij had enkele eregasten uitgenodigd. Het waren niemand minder dan de secretaris van de Australische ambassadeur in België, Rimes, en de Militaire Attaché van de Royal Air Force, Wing Commander Landeryou. Ook Barbara Graham-Kent en Keith Teasdale hadden besloten om die dag aanwezig te zijn en bevestigden dit met een telegram enkele dagen voordien.
De avond voor het bezoek van Jenkins zouden beiden aankomen in het station van Schulen om 17.15 uur. Samen met Octavie Vanuytrecht stonden wij hen op te wachten. Tot onze grote verwondering stapte niemand van de trein! Wat was er gebeurd en waar waren ze nu? Paniek alom. Iemand merkte nog op dat de avond daarvoor de Harold of Free Enterprice met man en muis gezonken was, misschien...?
Een telefoontje naar het station van Hasselt bracht enige opheldering. Men wist ons daar te vertellen dat er twee Engelsen rondliepen die niet goed wisten waar naar toe. We hebben hen gevraagd om hen naar de volgende trein naar Schulen te begeleiden. En dit gebeurde ook. Een uur later arriveerden zij er. Het was een ontroerende ontmoeting. Barbara noemde dit later als het gelukkigste moment uit haar leven!
De volgende dag stonden Bart Beckers en ik te wachten aan de afrit van de autoweg. Ik had met Jenkins afgesproken om hem daar op te wachten rond 10 uur. Toen mijn uurwerk op ‚één seconde na 10 uur aanwees kwam een groene wagen met buitenlandse nummerplaat naar ons toegereden. En inderdaad het waren Jenkins en zijn vrouw Pauline. Van stiptheid gesproken! Jenkins parkeerde zijn wagen en ik liep naar hem toe om hem te begroeten. Tot mijn grote verbazing stond ik aan de verkeerde zijde van de wagen. Toen begreep ik pas dat men in Australië ook links reed en het stuur bijgevolg aan de andere zijde in de wagen zat. Enfin, ik begroette dus maar eerst zijn vrouw Pauline en toen Jenkins zelf. De man zag er overgelukkig uit.
Mijn allereerste ontmoetein met Alex Jenkins (foto Rudy Kenis)
Ik begeleidde hem naar zijn hotel en bracht hen toen naar mijn woning waar Barbara en Keith op hen wachtten. Ook dit was een blij weerzien. Na 45 jaar.
De volgende momenten werden er tal van herinneringen opgehaald. Het was opvallend hoe rustig en zelfzeker Jenkins overkwam. Hij vertelde mij over zijn bemanningsleden en over het gebeuren in februari 1945. Jenkins kon zich alles nog goed herinneren.
Hij gaf mij bovendien een pakket dat tientallen foto's bevatte en bovendien zijn logboek en een dagboek dat hij had bijgehouden in 1945.
Teasdale deed ook zijn verhaal als ex-bemanningslid van Jenkins. Barbara luisterde met gemengde gevoelens en herinnerde zich ook nog enkele feiten.
Samen met Jenkins en Teasdale zijn we even gaan kijken naar het staartstuk van de Lancaster dat ik in mijn achtertuin bewaarde. Jenkins vond geen woorden en zei maar voortdurend: "Amazing..." Het staartstuk confronteerde hem terug met de feiten. Hij herinnerde mij er aan dat de staartschutter Alan zich op enkele centimeters van dit brokstuk bevond op het ogenblik van de ontploffing.
Jenkins bij het staartstuk van zijn vliegtuig (foto Rudy Kenis)
Na het middagmaal begaven we ons naar het gemeentehuis. Daar werden we ontvangen door Kolonel De Heyn die ons voorstelde aan Rimes en aan Wing Commander Landeryou.
Even later bevonden we ons in de raadzaal waar burgemeester Putzeys de eregasten en genodigden ontving.
Burgemeester Putzeys spreekt de aanwezigen toe (foto Rudy Kenis)
Alex Jenkins tekent het Gulden Boek (foto Rudy Kenis)
Ook Barbara Graham-Kent (echtgenote van Alan Graham) tekent ook het Gulden Boek. (Foto Rudy Kenis)
Hij gaf een passende toespraak en liet daarna de eregasten het Gulden Boek tekenen. Zij ontvingen bovendien een tinnen schotel met het wapenschild van Lummen, en voor de vrouwen was er een bloemetje voorzien...
Uiteindelijk werd een receptie aangeboden en nam Jenkins de gelegenheid te baat om eens met de aanwezigen te praten.
Jenkins in gesprek met Barbara over dienegen die we waarschijnlijk nooit te weten komen... (Foto: Rudy Kenis)
Jenkins in gesprek met leden van de Geschied- en Heemkundige kring Groot-Lummen: Van rechts naar links: Hugo Rombouts, dr. Paul Lenaerts, Eugeen Wellens, Roger Horions. (Foto: Rudy Kenis)
De receptie werd afgesloten en we maakten ons klaar om ons naar Hasselt te begeven.
Jenkins met Octavie Vanuytrecht de vrouw die de graven verzorgde. Haar vader had de lichamen helpen bergen (Foto: Rudy Kenis)
Van links naar rechts: Baerts (man van Octavie), Octavie Vanuytrecht, Alex Jenkins, Pauline Jenkins, Keith Teasdale, Barbara Graham-Kent, Gerda Cypers (mijn vrouw), Rudy Kenis. (Foto: Rudy Kenis)
In Hasselt werd er halt gehouden aan het kerkhof Kruisveld. Midden van het kerkhof bevindt zich de begraafplaats voorbehouden voor geallieerde gesneuvelden. Deze begraafplaats in het gras, omzoomd met een haagje en witte grafstenen, steekt schril af tegen de rest van het sobere en desolate kerkhof.
Toen we bij de graven aankwamen werd het plots ijzig stil. Jenkins en Mevr. Graham- Kent waren diep ontroerd bij het zien van de graven.
Barbara was nu voor het eerst bij het graf van haar man.
Beiden legden er bloemen neer, gevolgd door de heren Rimes en Wing Commander Landeryou.
Hun kransen bestonden uit poppies (klaprozen), een traditie in Engeland.
Na enkele minuten werd de stilte door Jenkins onderbroken toen hij met bevende stem zei: "Hier had ook mijn laatste rustplaats kunnen zijn, maar het noodlot heeft er anders over beslist..."
Nadat zij afscheid hadden genomen van de overledenen ging het bezoek verder naar de crashplaats in de Goeren.
Bij onze aankomst was het er erg druk. Een 30-tal mensen had post gevat bij de gedenkkapel.
Jenkins vertelde dat het een eigenaardige gewaarwording was om zich terug te begeven naar de plaats waar hij zijn toestel had zien neerstorten. Hij vond het bovendien zeer lovenswaardig dat er hier een gedenkkapel was opgericht.
Hij kon zijn ogen haast niet geloven toen hij zag dat het was gebouwd met het landingsstel van zijn Lancaster. Jenkins raakte het even aan en zei "hoe dikwijls heb ik dit landingsstel gecontroleerd voor we de lucht in gingen, zelfs de avond voor we hier werden neergeschoten."
Van links naar rechts: Rimes, consul van de Australische ambassade, Barbara Graham-Kent, Keith Teasdale, Alex Jenkins, Pauline Jenkins, Militair attaché van de Royal Airforce Wing Commander Landeryou, Rudy Kenis, Gerda Cypers.
Foto: Koen Luts
En opnieuw volgde er een moment van stilte. De arme man moest blijkbaar te veel verwerken op korte tijd, net als Barbara trouwens. Daarna begaf Jenkins zich tussen de omstaanders en vertelde hen wat er die verschrikkelijke nacht gebeurd was.
Uit dankbaarheid voor hun aanwezigheid en interesse schonk hij hen enkele pins met een kangoeroe op die hij speciaal van Australië had meegebracht.
Vooraleer we naar het gemeenteplein van Linkhout gingen werd er halt gehouden in de Donderbosstraat. Ik legde Jenkins nog even uit dat hier in de weide het grootste deel van zijn toestel was neergekomen en dat ook hier de stoffelijke overschotten van zijn bemanning gevonden werden.
Ook werd de plaats in een weide naast het huis ven Vanuytrecht bezocht waar de bemanningsleden begraven werden. Ook dit was een heel emotioneel moment!
Uiteindelijk kwamen we in Linkhout aan waar een grote menigte ons opwachtte. Hier kwamen de herinneringen bij Jenkins terug op. Hij kon bijna exact beschrijven hoe hij gelopen had de bewuste avond dat hij werd neergeschoten.
We begaven ons eerst naar de boom waarin hij geland was. Daarna naar de kerk die net als 45 jaar geleden gesloten was. Jenkins opperde nu de wens om volgende dag terug te keren naar de kerk. Hij wou er even alleen zijn. Hij zei: "Hier heb ik nog wat te regelen..." Ook het huisje naast de kerk waar het oude vrouwtje aan het raam verscheen, herinnerde hij zich nog levendig. Jenkins herhaalde wel duizend maal: "How Amazing!"
Daarna werd er overgegaan tot de inhuldiging van de gedenkplaat op het monument. Aan weerszijden hadden de vlaggendragers van de omliggende oudstrijdersverenigingen plaats genomen om hun eer te betuigen. De gedenkplaat was nog bedekt door de nationale driekleur. Om stipt 14.00 uur begon Kolonel De Heyn als ere-voorzitter van de NSB Linkhout met zijn toespraak.
de toespraak luidde:
"... Deze bijeenkomst is tweevoudig. Ten eerste om eer te bewijzen aan de dappere mannen die gevochten hebben en waar van velen hun leven gaven voor de bevrijding van onze volkeren. Maar ten tweede ook om eer te bewijzen an de bemanning van Lancaster Alfa Romeo Foxtrot Two, thans vertegenwoordigd door professor Jenkins en mevrouw Graham-Kent. De Koninklijke Strijdersbond, afdeling Linkhout heeft hiervoor een gedenkplaatop het monument geplaatst dat weldra door Rudy Kenis zal onthuld worden. Nogmaals wil ik u, in naam van de Koninklijke Strijdersbond Linkhout, danken en onze waardering uitdrukken tegenover u en de mensen die gevochten hebben voor onze vrijheid"
Daarna werd de gedenkplaat onthuld en speelde een klarinettist
The Last Post. Net op dat ogenblik verschenen er plots van achter de kerktoren 4 F16-gevechtsvliegtuigen van de basis van Kleine Brogel. Zij deden een lage overvlucht en draaiden weg in een oorverdovend geluid. Dit was een zeer ontroerend moment. Het was zelfs zo aangrijpend dat verschillende mensen een traan wegpinkten.
Nadat de voorzitter van de NSB Linkhout, Emiel Eykens, bloemen had neergelegd aan het monument, werd dit officiële gedeelte afgesloten. Jenkins ging nog even de gedenkplaat bewonderen en zei ontroerd te zijn door de vele kinderen die aanwezig waren. Hiervoor had de directrice van de lagere school van Linkhout gezorgd.
Iedereen begaf zich nu naar de feestzaal waar een koffietafel werd aangeboden door de NSB. Ik had er ook een kleine tentoonstelling opgebouwd die bestond uit de teruggevonden brokstukken van de Lancaster AR*F2. Ook het archiefmateriaal dat ik tot dan had kunnen verzamelen, lag er tentoongesteld. Jenkins en Teasdale bestudeerden elk stukje en konden hun ogen niet geloven dat na 45 jaar nog iets van het vliegtuig terug te vinden was. Teasdale herkende zelfs brokstukken en gaf ons de nodige uitleg. Hij kende elk onderdeel van een Lancaster tot in het detail.
De voorzitter van de NSB-Linkhout hield er nog een korte toespraak en dankte de mensen voor hun aanwezigheid. Ook de voorzitter van de Geschied- en Heemkundige Kring van Groot- Lummen, dr. Lenaerts, sprak enkele woorden van dank tot Jenkins en bood hem een klein geschenk aan.
Op mijn beurt heb ik de ere-gasten bedankt voor hun aanwezigheid en heb ik hen een klein geschenk aangeboden. Jenkins had ik getracht iets origineels aan te bieden. Hij kreeg de wijzerplaat van zijn brandstofmeter met daarbij een passend woord van dank voor al wat hij gedaan had om ons onze vrijheid terug te geven. Hij leek zeer opgetogen en blij verrast met dit aandenken vertelde dat hij nooit had durven denken nog een onderdeel van zijn neergestorte toestel mee te kunnen nemen naar Australië.
Overhandiging van de gedenkplaat met brandstofmeter. Op de achtergrond het staartstuk van de Lancaster AR*F² (foto Rudy Kenis)
Ook Keith en Barbara kregen een aandenken. (foto: Rudy Kenis)
Keith Teasdale,, als ex- flight engeneer, gaf een woordje uitleg bij de teruggevonden brokstukken (foto: Rudy Kenis)
Maar er was nog een verrassing. Niet enkel voor Jenkins maar ook voor mij. Op een gegeven ogenblik werd Jenkins even weggeroepen. Er bleek iemand te zijn die hem wou spreken. We werden voorgesteld aan François Kenens en zijn zoon. Tot onze grote verbazing gaven zij Jenkins een uurwerk waarvan de armband ontbrak. Aan de achterzijde stond de naam en stamnummer van H. T. Campbell gegraveerd.! François Kenens wist te vertellen dat zijn vader het ooit gevonden had op een akker dat hij bewerkte. Hij uitte tegenover Jenkins de wens dat het bij de rechtmatige eigenaars zou terechtkomen. Jenkins beloofde zijn uiterste best te doen om de familie van Herbert Campbell terug te vinden en hen het uurwerk over te maken. (Wat ook gebeurd is!)
De telegram van Jean Black
De koffietafel werd hierbij afgesloten en we begaven ons terug naar het hotel. 's Avonds was er nog een etentje waarbij de personen uitgenodigd waren die zich die dag hadden ingezet om deze ontvangst mogelijk te maken. De piloten van de F16's, die de vlucht deden over het monument, waren eveneens aanwezig. Ook zij overhandigden Jenkins een klein aan denken. Er werd nog veel nagekaart en verteld, en in de late uurtjes werd deze onvergetelijke dag afgerond. De vier eregasten waren uitgeput en zouden zeker nog een lange tijd nodig hebben om het ganse gebeuren van die dag te verwerken. De volgende morgen werd ging ik Jenkins weer opzoeken. Het had 's nachts gesneeuwd en het sneeuwtapijt lag centimeters dik. Toen ik Jenkins ontmoette besloot hij om zijn gepland bezoek aan de kerk van Linkhout uit te stellen. Hij beloofde ooit nog eens terug te keren om alsnog zijn bezoek af te maken. Het weer was nu zo slecht dat hij onmiddellijk wou doorreizen naar Frankfurt van waaruit hij per vliegtuig zijn reis zou verder zetten naar Engeland. We namen afscheid en ergens hoopte ik om de- ze fantastische persoon ooit nog eens terug te kunnen zien. De volgende dag heb ik ook afscheid genomen van Barbara en Keith en het waren opnieuw ontroerende momenten. Enkele weken later ontving ik een brief van Jenkins vanuit Ontario, Canada. Hij wou mij bedanken voor de prachtige dag die hij hier had beleefd en voor de gastvrijheid van al de mensen die hij ontmoet had.